Hoe in het Klimaatakkoord de doelstelling voor mobiliteit verdween

Bij de aanvang van de klimaatakkoord-tafels in 2018 had ‘Mobiliteit’ de opdracht om 7 Mton extra CO2-emissiereductie in 2030 te bereiken.[1] De maatregelen in het uiteindelijk vastgestelde Klimaatakkoord (zomer 2019) leveren niet deze extra reductie op. Onderstaande tabel is belangrijk. Het Klimaatakkoord wilde, conform energieakkoord en regeerakkoord, bij aanvang op maximaal 25 Mton CO2 emissies in transport uitkomen.

Let op: de opdracht van 7 Mton emissiereductie betreft een EXTRA opgave BOVENOP wat bestaand beleid al zou moeten leveren, dat is het referentiepad van de Nationale Energie Verkenning 2017 (NEV2017) van PBL. Voor Mobiliteit schat de PBL in de Klimaat en Energie Verkenning van 2019 (KEV2019) de emissies in mobiliteit in 2030 1 Mton hoger op 32,9 Mton CO2-uitstoot dan de NEV2017 (die kwam uit op 31,9 Mton).[2] [3]

Dat betekent dat de reductieopgave in mobiliteit 10,6 Mton CO2-emissies is t.o.v. het uitstootniveau van 2018. In veel beschouwingen wordt dat vergeten. In het referentiepad van NEV2017 en KEV2019 zijn veel reducties op weg naar 2030 al ingeboekt, maar die moeten nog wél gerealiseerd worden.

In de NEV2017 is al een toename van het aandeel elektriciteit in mobiliteit in 2030 meegenomen. Die reeds veronderstelde CO2-reductie daarvan is eigenlijk niet nogmaals toerekenen in de extra opgave van 7 Mton. Er moet dus meer gebeuren om deze extra 7 Mton te besparen.

Hoe kwam de 7 Mton eigenlijk tot stand? Dat voert terug naar het energieakkoord, het regeerakkoord en de PBL-rapporten.

Het begint bij de ambitie van het kabinet om in lijn te zijn met het Klimaatakkoord van Parijs: een doelstelling van 49% CO2-emissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990-niveau. Dat was het uitgangspunt voor dit kabinet.[4]

Een tabel met inschattingen van PBL is in het regeerakkoord terecht gekomen. Het PBL noemt dit een ‘indicatieve toedeling’.

Wat verwarrend is, is dat deze reductiecijfers steeds over additionele besparing gaan. Als de emissies, door bijv. economische groei hoger uitkomen, moeten de additionele reductiecijfers naar boven bijgesteld om toch op de -49% in 2030 ten opzichte van 1990 uit te komen.

In de kamerbrief van 23 februari van 2018 gaf Minister Wiebes de opdracht aan de tafels en voor Mobiliteit schreef hij (met ‘ten opzichte van nu’ bedoelde hij wat ‘nu voor 2030 verwacht wordt’.

Hieronder de grafiek met ontwikkeling van CO2-uitstoot in mobiliteit, de NEV2017-cijfers, met bandbreedte van onzekerheid. De brief van Wiebes en de klimaattafel hield geen rekening met deze bandbreedte door uit voorzorg extra reducties in te calculeren. Grafiek laat ook al zien waar maatregelen van definitieve Klimaatakkoord van 2019 op uitkomen (30,5 Mton).

In het voorstel op hoofdlijnen voor een klimaatakkoord (zomer 2018) zijn de maatregelen nog niet concreet uitgewerkt, wel perspectieven geschetst voor een zorgeloze mobiliteit in 2050.[5]

In de Kabinetsappreciatie van het kabinet (oktober 2018) wordt er op aangedrongen om maximaal te verkennen in het licht van een mogelijke Europese eis van 55% reductie CO2-emissies.[6]

Specifiek op mobiliteit vraagt het kabinet:

In het Ontwerp Klimaatakkoord (dec 2018) neemt de Mobiliteitstafel de opgave over.[7]

En de Mobiliteitstafel laat de genoemde 4 thema’s terugkomen: met inschatting hoe minimaal 7,3 Mton CO2-reductie te realiseren om op max 25 Mton CO2-emissie uit te komen:

  • Elektrisch rijden (2 miljoen EVs – 3,5 Mton CO2),
  • Verduurzamen logistiek (1,5 – 2,7 Mton CO2),
  • Verduurzamen personenmobiliteit (0,8 – 1,2 Mton CO2) en,
  • Naast elektriciteit en waterstof maximaal 27 PJ hernieuwbare energiedragers (in het wegverkeer2,0 Mton CO2). 

Opvallend was het opeens het woord ‘maximaal’. Er mag niet meer dan 27 PJ aan hernieuwbare energie in vervoer. Het akkoord over aanpak klimaat begrenst de inzet van ‘hernieuwbaar’, in plaats van een begrenzing te zetten op fossiele energiedragers.

Voor elk van de thema’s staan vervolgens een hele reeks gedetailleerde afspraken tussen betrokken partijen beschreven.

Juni 2019 verschijnt dan het definitieve Klimaatakkoord, uitgebracht door het kabinet.[8] Voor mobiliteit is er een opvallend punt: nergens wordt meer gerept over de maximale uitstoot van 25 Mton CO2 in de mobiltieitssector in 2030. Ook de opgave van 7.3 Mton reductie is verdwenen.

Ook wordt er niet meer gerept over het aantal van 2 miljoen elektrische voertuigen.

De KEV2019 bekeek beleid t/m mei 2019 en heeft daarom de afspraken van het klimaatakkoord niet meegenomen. In een aparte analyse geven ze een reflectie op de afspraken in het Klimaatakkoord. [9]

PBL geeft aan dat de klimaatakkoordmaatregelen voor mobiliteit tussen 1,3 en 3,6 EXTRA Mton CO2-reductie geven, naast alle al in bestaand en voorgenomen beleid maatregelen. Bij verre na geen 7.3 Mton reductie. In 2030 blijft de CO2-uitstoot steken op 29,3-31,7 Mton, ver boven de beoogde 25 Mton. Dat is teleurstellend, en onnodig.

Wat opvalt aan alle maatregelen en afspraken is dat er vooral aan de end-of chain wordt gewerkt: optimalisatie en besparingen. Het is nodig om ook te kijken hoe krijgen we minder fossiele energie in het systeem.

In 2018 werd 494 PJ energiedragers, waarvan >96% fossiel, verbruikt, leidend tot 35,6 Mton CO2-uitstoot. De rekensom is gemakkelijk: met max 25 Mton CO2 uitstoot in 2030 mag maximaal 330 PJ fossiel brandstof ingezet, 67% van het 2018 niveau.

Bij gelijkblijvende, maar CO2-armere behoefte aan mobiliteit in 2030 houdt dat in dat 494-330=164 PJ anders ingevuld moet worden; dus begrens fossiel, dat betekent automatisch meer efficiëntie, zoals elektrische aandrijflijnen, modal shift, meer hernieuwbare energie (waaronder brandstoffen).

Die zoektocht is nog steeds nodig om het akkoord aan te scherpen om toch op te zorgen dat de CO2-uitstoot in 2030 hooguit 25 Mton bedraagt en verder omlaag gaar op weg naar 2050. Het werk is nog niet klaar!


Deze analyse is ook als twitterdraad beschikbaar: https://twitter.com/EricvdHeuvel/status/1283342866778128384?s=20


Referenties

[1]Kamerbrief Min EZK van 23 februari 2018, zie https://www.klimaatakkoord.nl/documenten/kamerstukken/2018/02/23/kabinetsinzet-voor-het-klimaatakkoord

[2] PBL, Klimaat en Energie Verkenning 2019, zie https://www.pbl.nl/publicaties/klimaat-en-energieverkenning-2019

[3] PBL, Nationale Energie Verkenning 2017, zie https://www.pbl.nl/publicaties/nationale-energieverkenning-2017

[4] Rijksoverheid, 2017, regeerakkoord 2017 ‘Vertrouwen in de toekomst’, zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2017/10/10/regeerakkoord-2017-vertrouwen-in-de-toekomst

[5] SER, 2018, Voorstel voor Hoofdlijnen van een Klimaatakkoord, zie https://www.klimaatakkoord.nl/documenten/publicaties/2018/07/10/hoofdlijnen-compleet

[6] Kamerbrief Min EZK van 5 oktober 2018 met kabinetsappreciatie voorstel voor hoofdlijnen van een Klimaatakkoord, zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2018/10/05/kamerbrief-kabinetsappreciatie-voorstel-voor-hoofdlijnen-van-een-klimaatakkoord

[7] SER Klimaatakkoord, 2018, Ontwerp Klimaatakkoord, zie https://www.klimaatakkoord.nl/actueel/nieuws/2018/12/21/ontwerp-klimaatakkoord

[8] Rijksoverheid, 2019, Klimaatakkoord van 28 juni 2019, zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/06/28/klimaatakkoord

[9] PBL, 2019, Het Klimaatakkoord, effecten en aandachtspunten, zie https://www.pbl.nl/publicaties/het-klimaatakkoord-effecten-en-aandachtspunten

Related

Workshops to prepare for ETS 2

studio Gear Up has been helping several fuel suppliers to the Dutch transport markets with practical preparations for the ETS 2 system, under which they will become an obligated party. To be prepared for these

Read More

Workshop ter voorbereiding ETS 2

Voor: Heijmen Bunkerstations B.V. (september, 2024) studio Gear Up heeft Heijmen Bunkerstations, een Nederlandse brandstofleverancier aan de binnenvaart, geholpen met de praktische voorbereidingen op het ETS 2 systeem, waar zij als verplichte partij mee te

Read More
Scroll to Top